Datum: Vrijdag 22 maart 2024
Tijdstip: 13.30 – 16.30 uur
Locatie: Jaarbeurs MeetUp, Beatrixgebouw, Jaarbeursplein 6 te Utrecht
Inleiders
- mr. S.C. (Suzanne) Brackmann (Brackmann Aanbestedingsspecialist)
- mr. dr. drs. H. (Erik) Plas (Infense Advocaten)
Programma
13.30 – 14.00 uur inloop
14.00 – 14.10 uur Opening door voorzitter
14.10 – 15.00 uur Inleiding
15.00 – 15.20 uur Pauze
15.20 – 16.10 uur Inleiding
16.10 – 16.30 uur Discussie en afsluiting
Vanaf 16.30 Borrel
Omschrijving
Suzanne Brackmann zal in vogelvlucht enkele onderwerpen behandelen die je in bijna elke aanbestedingsprocedure tegenkomt:
- In het bestek worden vaak merken genoemd. Mag dat eigenlijk wel (spoiler: nee), hoe moet je er dan mee omgaan, en wat kan je als inschrijver doen?
- In het verlengde hiervan speelt de discussie over de woorden ‘of gelijkwaardig’. Wie bepaalt of er iets gelijkwaardig is? Hoe krijgt dat een plek in de aanbesteding?
- Vanuit Europa komen er steeds meer, soms gedetailleerde eisen en voorschriften met betrekking tot duurzaamheid.
- In de vierde Nota van Inlichtingen staat bij vraag 788 dat bestekspost XYZ geschrapt moet worden. De aanbestedende dienst verstrekt geen nieuw document. In je inschrijving heb je voor de bestekspost toch een prijs aangeboden. Mag je dat na inschrijving nog aanpassen?
- Tijdens de uitvoering van de overeenkomst plaatste de opdrachtgever bestellingen bij de opdrachtnemer die buiten de scope van de opdracht vallen. Mag dat? Wat zijn je mogelijkheden als concurrent van de opdrachtnemer?
Verder is er uiteraard ruimte voor allerlei onderwerpen die leven bij de deelnemers. Suzanne Brackmann zal op basis van haar brede, parate kennis alle vragen beantwoorden.
Na de pauze zal Erik enkele highlights uit zijn proefschrift ‘Wezenlijke wijziging in het aanbestedingsrecht’ toelichten. Europees aanbestede overeenkomsten mogen alleen worden gewijzigd binnen de grenzen van de Aanbestedingswet. Wordt er wezenlijk gewijzigd, dan bestaat het risico op vernietiging van de overeenkomst en/of schadeplichtigheid. In de praktijk bestaat daarbij de indruk van een restrictief kader. Erik zal aan de hand van drie onderwerpen toelichten waarom die indruk onterecht is: vooraf flexibiliteit inbouwen; ruimte voor meer- en minderwerk; kostenverhogende en onvoorziene omstandigheden.