


De transitie naar een duurzame gebouwde omgeving is in volle gang. Hernieuwbare energie en broeikasgasvrije warmtevoorzieningen vinden op steeds grotere schaal hun weg. Het verder bevorderen van de energietransitie is hard nodig om de klimaatdoelen in zicht te houden. Technologie loopt bijna altijd voor op de wet. Antwoorden op nieuwe goederenrechtelijke vragen zullen dus moeten worden gevonden binnen het bestaande wettelijk kader. Dat wettelijk kader is daar echter niet altijd op voorzien.
Dit preadvies behandelt onderwerpen waarop ontwikkelingen van de energietransitie dreigen te botsen met het – vaak als stringent gekarakteriseerde – goederenrecht. Die onderwerpen worden benaderd vanuit het uitgangspunt dat het bestaande goederenrecht een faciliterende – en zeker geen belemmerende – rol zou moeten vervullen bij de energietransitie. Een lenige wetstoepassing krijgt de voorkeur boven het afwachten van wetswijzigingen. De praktijk heeft immers behoefte aan goederenrechtelijke structuren die vandaag de dag kunnen worden toegepast.
Op één specifiek terrein is wél nieuwe wetgeving in aantocht. De Tweede Kamer heeft inmiddels het wetsvoorstel voor de Wet collectieve warmte aangenomen, bedoeld om de warmtetransitie te bevorderen. Dat wetsvoorstel laat echter belangrijke goederenrechtelijke vragen onbeantwoord. Bovendien rijst de vraag welke gevolgen de inwerkingtreding van die wet zal hebben voor bestaande eigendomsverhoudingen met betrekking tot collectieve warmtesystemen.
In het preadvies komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Het leerstuk van natrekking en bestanddeelvorming, in het bijzonder met betrekking tot zonnepanelen en warmtesystemen en de huidige stand van zaken in de rechtspraak.
- Netwerkeigendom, in het bijzonder van warmtenetten met het oog op de Wet collectieve warmte. De aandacht gaat onder meer uit naar de rol van netwerkeigendom in de overdracht en financiering van warmtenetten.
- Verduurzaming van bestaande appartementencomplexen, met de nadruk op het uitvoeren van zonne- en warmteprojecten, zonder dat die uitvoering gepaard hoeft te gaan met een wijziging van de akte van splitsing.
- Mogelijke obstakels voor verduurzaming vanuit het burenrecht. Onderzocht wordt in hoeverre het belang van de energietransitie leidt tot inmengingen in de rechten van eigenaars van aangrenzende erven en deze kan rechtvaardigen.
- De goederenrechtelijke positie van een warmtebedrijf ten opzichte van het warmtesysteem. De gerechtigdheid tot het warmtesysteem wordt vaak geborgd door een opstalrecht dat zich kenmerkt door een nauwe samenhang met de exploitatieovereenkomst. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre netwerkeigendom een rol speelt in de eigendom van warmtesystemen.
Preadviseurs:
- prof. mr. dr. B. (Björn) Hoops LLM (Hoogleraar Privaatrecht en duurzaamheid, Rijksuniversiteit Groningen)
- dr. L. (Laurens) de Hoog LLM (kandidaat-notaris, Houthoff)
- E.M. (Eva) Groeneweg LLM (promovenda, Rijksuniversiteit Groningen)
Het VBR preadvies wordt enkele weken voorafgaand aan de jaarvergadering ter beschikking gesteld aan de leden.